Maar in tegenstelling tot de karavaans die hun pad door het midden van de woestijn trokken, kiezen wij voor een route langs de kust. En dat geeft weer een heel andere dimensie aan de reis. Want woestijn en oceaan, twee leegtes die elkaar hier ontmoeten. Waar vissers in kleine bootjes moeizaam in hun dagelijkse bestaan voorzien. Waar enkele uit hun krachten gegroeide steden liggen en de route afwisselend langs fraaie duinenzeeën en grillig gevormde heuvels voert.

Best plotseling, na ruim 2000 km, is het voorbij. Eerst doemen er acaciastruikjes op tussen de duinen, later de rhum-palmen en baobabs. De Sahara is definitief voorbij wanneer we de oever van de Senegal-rivier bereiken. Een paradijs voor Europese trekvogels. Die voegen zich in de winter bij de pelikanen en flamingo’s. Krokodillen en wrattenzwijnen laten je geen moment meer twijfelen over op welk continent je bent.

Senegal is het achtste land van deze reis. Nergens in dit deel van het continent is de grandeur van het oude kolonialisme meer tastbaar dan in het oude centrum van de voormalige hoofdstad van Frans-West Soudan, Saint Louis.

Na nog een paar relaxte dagen door het rustige en vriendelijke Senegal komen we aan op onze eindbestemming: Gambia. Jaarlijks door de lucht door duizenden landgenoten bezocht. De verplaatsing in kilometers is hetzelfde, maar aankomen na een reis over land is toch een heel andere beleving. Je hebt de verplaatsing ondergaan. Dat is wat deze reis zo bijzonder maakt.

 Over de reis (1)                                                           De auto's