Flash was not detected
Over de reis (1)

Guinee en Ivoorkust zijn twee tropische landen in het zuidwesten van West-Afrika. Met name Guinee voldoet aan het romantische beeld dat de doorsnee Europeaan heeft van  ‘donker Afrika’. Fraaie natuur met bossen, bergen en watervallen. Het land met de meeste chimpansees en dorpjes in de jungle waarvan de bewoners nauwelijks weet hebben van de mondiale beschaving.
Ivoorkust is veel meer aangepast aan de moderne tijd. Grote delen van het land bestaan uit plantages cacao, oliepalm, ananas, rubber en teak. De economische hoofdstad Abidjan met de kantoortorens op het centrale eiland Le Plateau wordt ook wel het Manhattan van Afrika genoemd. Een reis vol contrasten. 

We vertrekken uit Gambia. Bij velen bekend. Hoewel de meeste toeristen niet veel verder komen dan de kuststrook is er ook landinwaarts een redelijke toeristische infrastructuur. Zelfs in de diep in het binnenland gelegen stad Georgetown. We overnachten daar in een eenvoudige lodge aan de Gambia-rivier.

Senegal bezoeken we maar kort. Er in (Gambia – Senegal) en enkele uren later er weer uit (Senegal – Guinee). Stuiten we in Senegal nog wel eens op een verdwaalde toerist, in Guinee is het daarmee echt gedaan. Vooral het noorden rond de regiostad Koundara is uiterst dun bevolkt. 

De heuvels nabij onze eerst slaapplaats Sambailo groeien naarmate we verder naar het zuiden trekken uit tot een heus middelgebergte. Labé is de hoofdstad van dit berggebied, de Fouta Djalon. De spons van West-Afrika. Alledrie de grote rivieren (Gambia, Senegal en Niger ontspringen hier of krijgen er hun water vandaan). De bron van de Gambia-rivier ligt niet ver van Labé. We gaan er naar op zoek. 
                                                                                                                       Opens internal link in current windowDeel 2