Flash was not detected
Over de reis (2)

Dalaba is de volgende halteplek. De hoogst gelegen stad van de Fouta Djalon en daarom in de koloniale tijd door de Fransen gewaardeerd om zijn milde temperatuur. Het SIB-hotel stamt nog uit die tijd. De de rijk gedecoreerde voormalige gouverneurswoning en het huis waar de Zuid-Afrikaanse zangeres Miriam Makeba jarenlang woonde zijn ook plekken in Dalaba om te bezoeken.

Na Dalaba komen we terecht op de savanne. De veehoudende fula’s die de Fouta Djalon bewonen, maken plaats voor de Mandinka boeren. Faranah is de plek waar we overnachten. Niet ver van de Niger. De oever van die rivier zullen we nog  verscheidene keren te zien krijgen op onze tocht dieper naar het zuiden. Nabij Kissidougou is de bron. Naar verluid enkele honderden meters over de grens met Sierra Leone.

Op een stuk van 25 km in het noorden van het land na waren de wegen tot dusver redelijk tot goed. Dat verandert 20 km voor Gueckedou. Ook de eerste 35 km na Gueckdou zijn erbarmelijk. Hopelijk duurt de regentijd niet zo lang als vorig jaar, want dat maakt het rijden op wegen met metersdiepe gaten er niet makkelijker op.
De stad Gueckedou heeft het de afgelopen jaren flink te verduren gehad. De stad lag in de vuurzone van de rebellen van de Liberiaanse warlord Charlers Tayler. Werd bestookt met mortieren en jonge jongens werden ontvoerd om als kindsoldaat te dienen. Het bezit van de diamantmijnen speelde een belangrijke rol in deze oorlog in de jaren negentig en tweeduizend. Ons hotel Kimberlite-Woatah is eigendom van de Zuidafrikaanse mijnbouwcoorporatie Van Beers en diende in voorbije jaren als onderkomen vor hun personeel. Tijdens de ebola-epedimie van de jaren 2013-14, die zijn oorsprong vond in Gueckedou, bivakeerden hier hulpverleners. Al met al een plek met een bewogen geschiedenis.


Opens internal link in current windowDeel 1                                                                                               Opens internal link in current windowDeel 3